Gratis lunch 

Leestijd drie minuten

De Wtp blijft de gemoederen binnen en buiten de Tweede Kamer bezighouden. Gezien de gewijzigde krachtsverhoudingen in de Tweede Kamer na de verkiezingen een boeiende discussie met een vooralsnog ongewisse uitkomst. Invaren of ingroeien blijft de heetste aardappel. Daarover schreef ik al in mijn blog van 21 december 2023. NSC Tweede Kamerlid Agnes Joseph pleit in een Opiniestuk in het Financieele Dagblad van 19 maart 2024 voor instemmingsrecht en handelingsperspectief voor iedereen bij de omzetting van de bestaande vaste uitkering naar variabele uitkeringen.

Invaren brengt volgens haar grote risico’s en hoge kosten met zich. Invaren is erg duur en enorm foutgevoelig. Dat ben ik tot op zekere hoogte met haar eens. Maar is dat niet ook het geval als we voor de bestaande uitkeringen het huidige stelsel handhaven? Gratis lunches bestaan niet. Joseph stelt dat we “allemaal weten dat mensen liever het vertrouwen van een vast inkomen hebben”. Dat moge wellicht waar zijn. “Allemaal”  is wel heel absoluut en voor zover ik weet is dit nooit wetenschappelijk onderzocht. En, dat vind ik veel wezenlijker, dit is maar het halve verhaal. Want zijn al die mensen die liever een vaste uitkering hebben bereid om de daarbij behorende prijs te betalen? Ik verzucht nog wel eens dat een van de weinige voordelen van de financiële crisis is dat ik niemand meer behoef uit te leggen dat garanties geld kosten. In de recent achter ons liggende markt zelfs veel geld. Zekerheid moet ergens uit betaald worden. Ofwel via een hogere premie, ofwel via een lagere uitkering. Kennelijk een te optimistische veronderstelling van mij.

Als iemand de keus voorgelegd krijgt, wil je een vaste of een variabele uitkering, zonder daarbij de randvoorwaarden te vermelden, is de te verwachten en logische keuze; doe mij maar een vaste. Uitgaande van hetzelfde beschikbare pensioenkapitaal is een levenslange vaste uitkering in eerste instantie (fors) lager dan een variabele. Toegegeven, een vaste uitkering kan alleen omlaag in de gevallen genoemd in artikel 134 Pensioenwet waarin sprake is van een structureel lage dekkingsgraad. Overigens leert het recente verleden ons dat dergelijke gevallen geen theoretische mogelijkheid zijn. Een dergelijke ‘garantie’ kost geld. Het pensioenfonds moet hiervoor buffers aanhouden die het vrijwel risicoloos moet beleggen. Dat levert weinig rendement op en dus weinig toeslagpotentieel. Een niet gegarandeerde variabele uitkering kan inderdaad (ook) naar beneden. Misschien zelfs wel relatief vaker dan een vaste. Maar daar tegenover staat dat de uitkering initieel hoger is dan de vaste en een (veel) grotere kans op verhoging kent als de financiële markten zich gunstig ontwikkelen. Welk effect dat heeft, beschreef ik in mijn blog van 18 oktober 2022. Variabele uitkeringen kennen we sinds de invoering van de Wet verbeterde premieregeling in 2017 met name bij rechtstreeks verzekerd regelingen. Uitgaande van een beschikbaar pensioenkapitaal van € 200.000 was in 2017 de eerste pensioenuitkering in een vaste uitkering € 690 per maand. Bij een variabele uitkering was dat € 980. Dat geeft al aan hoe duur een vaste uitkering is. Wellicht zijn er op basis van deze cijfers wel mensen te vinden die liever een variabele uitkering hebben.

Uiteraard gun ik iedere pensioengerechtigde die zekerheid wil een vaste uitkering. Maar laten we er dan wel goed bij vertellen dat gratis lunches niet bestaan en dit een, in mijn voorbeeld, bijna 30% lagere uitkering in het eerste jaar oplevert. En dan heb ik het nog niet over de mogelijk hogere rendementen die gemaakt kunnen worden bij een variabele uitkering. Daarmee kan een incidenteel lagere uitkering in enig jaar (want dat kan natuurlijk gebeuren, zo eerlijk moet je zijn) in de resterende looptijd worden goed gemaakt. En het gaat om het resultaat over de gehele looptijd. Dus, keuze voor een vaste uitkering is wat mij betreft prima. Maar dan wel op basis van eerlijke en transparante vergelijkingen. Waren de niet waargemaakte beloften in het oude stelsel niet een van de belangrijkste overwegingen om over te stappen naar het nieuwe?

19032024