Kantlijn

 

De pensioensituatie van zzp’ers is een veelbesproken onderwerp. Onlangs beantwoordde minister Koolmees (SZW) Kamervragen van Steven van Weyenberg (D66). Van Weyenberg vroeg of de minister het beeld herkent dat veel zelfstandigen niet bekend zijn met de fiscale mogelijkheden voor het opbouwen van pensioen. Koolmees antwoordde dat hem geen signalen bekend zijn dat veel zelfstandigen onvoldoende op de hoogte zouden zijn over de mogelijkheden tot het voorzien in een oudedagsvoorziening. Er kunnen volgens hem andere redenen voor een zelfstandige zijn om een vermogen voor de oude dag op andere wijze op te bouwen dan via de fiscale mogelijkheden.

 

Grappig en curieus dat de Tweede Kamer de minister nu oproept om de fiscale faciliteiten voor het opbouwen van een oudedagsvoorziening meer en beter onder de aandacht te brengen van de zzp’er. Van Weyenberg vroeg de minister namelijk letterlijk; “Bent u bereid actie te ondernemen om de fiscale mogelijkheden voor pensioensparen van zelfstandigen zonder personeel meer bekendheid te geven en zelfstandigen beter voor te lichten?”
Want hoe lang is het geleden dat toenmalig minister van Financiën Gerrit Zalm verbaal tekeerging tegen de in zijn ogen veel te agressieve reclamecampagnes van verzekeringsmaatschappijen waarin de nadruk lag op de fiscale aftrekbaarheid van de lijfrentepremies? Nog niet zo heel lang. En dat was voor hem aanleiding om de fiscale regelgeving hieromtrent fors te versoberen en aan te scherpen.

 

Maar in de kantlijn van zijn antwoorden op de vragen van Van Weyenberg zegt Koolmees iets opvallends en wat mij betreft hoopgevends. Hij geeft namelijk aan te willen kijken of zelfstandigen makkelijker kunnen toetreden tot de tweede pijler via een APF of een PPI.
Dat is opvallend omdat de Nederlandse regering in 2010, bij het tot stand komen van de wetgeving die de PPI mogelijk maakte, er nadrukkelijk voor koos om de werking te beperken tot pensioenen die onder de Pensioenwet vallen. Dit terwijl de PPI op grond van de Europese IORP-richtlijn alle arbeidsgerelateerde pensioenregelingen mag uitvoeren. Dat kunnen, zoals de regering in de
memorie van toelichting bij het wetsvoorstel op bladzijde 34 aangeeft, ook pensioenregelingen voor zelfstandigen zijn. Op grond van de huidige wet- en regelgeving zijn dat echter alleen buitenlandse regelingen die op basis van nationale wetgeving als arbeidsgerelateerd worden gezien. Nederlandse regelingen mag een PPI alleen uitvoeren als sprake is van een premieregeling als bedoeld in de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling.

 

Koolmees lijkt nu een opening te bieden om de zzp’er de mogelijkheid te geven bij een PPI een oudedagsvoorziening op te bouwen. Dat juich ik van harte toe. Een speciaal daartoe opgerichte PPI voor zelfstandigen waar Koolmees op hint, is wat mij betreft helemaal niet nodig. Er zijn inmiddels voldoende PPI-en die bewezen hebben dergelijke regelingen prima te kunnen uitvoeren. Het is per definitie een beschikbare premieregeling. Dus makkelijk uitvoerbaar en te realiseren zonder ingrijpende wetswijzigingen. Het wordt pensioen in de tweede pijler en dus is het fiscale kader de beschikbare premiestaffels zoals gepubliceerd door de Belastingdienst. De daarin opgenomen percentages worden toegepast op de pensioengrondslag. Voor een zzp’er is die de “P” uit de formule om de jaarruimte voor de aftrekbare lijfrentepremie in de derde pijler te bepalen. Die grondslag kan uitstekend ook dienen als pensioengrondslag voor een tweede pijler pensioen voor de zzp’er op basis van de fiscale beschikbare premie staffels.

 

En als we dan toch bezig zijn, laten we dan meteen de directeur-grootaandeelhouder onder de Pensioenwet brengen. Kan hij zijn pensioen ook bij de PPI opbouwen.

 

25012019