Onder de motorkap, of het nut van een deskundige overbuurman

Leestijd: 2,5 minuut

Afgelopen week mocht ik twee dagen met (potentiële) pensioenfondsbestuurders filosoferen over herstel van het vertrouwen in de pensioensector. Dat sprake is van een vertrouwenskloof, werd breed gedeeld. Diverse mogelijke oorzaken passeerden de revue. Het niet volledig waarmaken van in het verleden gedane beloften, of op zijn minst gewekte verwachtingen, kwam regelmatig voorbij. Vrijwel iedereen was het erover eens dat de politieke reflex op crises en vermeende misstanden – (nog) meer informatie verstrekken – geen oplossing (meer) is. De deelnemers worden overstelpt met, voor de gemiddelde Nederlander moeilijk toegankelijke, informatie. En anderzijds blijkt het niet eenvoudig om in begrijpelijk Nederlands alle voor een goed oordeel over iemands pensioensituatie benodigde informatie te leveren.

De, met name vanuit de overheid en pensioenuitvoerders, gevoelde wens om deelnemers duidelijke en volledige informatie te geven, wringt met de behoefte van de gemiddelde deelnemer die eigenlijk alleen wil weten hoeveel pensioen hij wanneer krijgt en met welke mate van zekerheid. En dan het liefst nog in netto bedragen. “Als ik een auto koop, kijk ik toch ook niet onder de motorkap, maar alleen of hij rijdt” is daarbij een veel gehoorde one-liner.

Hoewel ik daar wel wat in herken, ligt het – in ieder geval bij mij – iets genuanceerder. Toen ik aan het eind van mijn studententijd mijn eerste auto kocht (een prachtige Datsun 1200 voor Hfl. 850), nam ik wel mijn overbuurman mee die er verstand van had. Hij keek wel degelijk onder de motorkap en verzekerde mij dat het er allemaal wel goed uitzag en ik kocht de auto. Waarom? Omdat ik mijn buurman vertrouwde en op zijn oordeel af durfde te gaan, zonder zelf ook nog onderzoek te doen. Iets waar ik op dat moment (en nog steeds trouwens) absoluut niet toe in staat was.

Wat brengt deze metafoor ons voor het vertrouwen in het pensioenstelsel? Een pensioengerechtigde krijgt het liefst minder dan een half A4-tje met daarop alleen; “wat krijg ik wanneer, hoe zeker is het en wat is het netto?” Cruciaal daarbij is dat de deelnemer vertrouwen heeft in deze informatie. Hij wil er op af kunnen gaan, zonder zelf de motorkap te hoeven openen. De gemiddelde tweedehands autoverkoper heeft doorgaans niet voldoende vertrouwen bij zijn kopers dat ze blind afgaan op diens verkooppraatje. Vandaar de buurman die meekijkt. Hetzelfde geldt voor de pensioenuitvoerders. Minder dan de helft van de deelnemers geeft aan vertrouwen te hebben in zijn pensioenfonds (42% blijkt uit de jaarlijkse NIDI-Netspar Pensioenmonitor).

Wat we dus nodig hebben, is een deskundige buurman die de uitgangspunten en gegevens waarop het halve A4-tje is gebaseerd controleert en verifieert. En dat is uiteraard niet het pensioenfonds zelf. Slagers dienen hun eigen vlees immers niet te keuren. Daarom pleit ik voor een onafhankelijk instituut (de buurman) die deze taak krijgt toebedeeld. Dit instituut bestaat uit ter zake deskundige en integere deskundigen, zoals actuarissen, accountants en juristen. Cruciaal is dat de deelnemers volledig vertrouwen hebben in dit instituut en er dus vanuit mogen/kunnen/moeten gaan dat de informatie op hun halve A4-tje klopt. Er zijn nog ruim 200 pensioenfondsen in Nederland. Dus op zich moet het een haalbare kaart zijn om de door hen te leveren gegevens en informatie door dit instituut van een stempel te laten voorzien. Dat lukt de ruim 100 beursgenoteerde bedrijven in Nederland toch ook met hun jaarcijfers? Als de buurman voldoende vertrouwen heeft bij de deelnemers, zijn zij tevreden met hun halve A4-tje. En dat is winst ten opzichte van de huidige situatie waar deelnemers pakken aan informatie krijgen, die het overgrote deel niet of nauwelijks leest.

Vertrouwen moet je verdienen. En dat kan alleen door te laten zien dat je belooft wat je doet en doet wat je belooft. Een mooi voorbeeld daarvan was de vertegenwoordiger van een pensioenfonds dat nogal wat gewezen deelnemers had in het voormalige Oostblok, wiens pensioenen onlangs ingingen. Het feit dat dit Nederlandse pensioenfonds de pensioenen gewoon en op tijd uitbetaalde, ging als een lopend vuurtje door deze populatie. Dat waren ze niet gewend van de lokale instituties! Een goede suggestie was om aan jongeren die geen vertrouwen in het stelsel hebben (omdat meer dan de helft denkt dat de tweede pijler een omslagstelsel is!) voor te stellen om eens aan hun ouders of grootouders te vragen of ze hun pensioen altijd netjes rond de 23ste van de maand op hun bankrekening gestort krijgen. Ik weet het antwoord wel. Maar misschien moeten we deze voor ons vanzelfsprekende feiten meer benadrukken. Naast het inschakelen van de buurman natuurlijk.

HMK 29062021