Pensioenaftopping, nettopensioen en eindloon; ff vergeten??

De invoering van het maximum pensioengevende loon van € 100.000 levert steeds weer nieuwe verrassingen op. De wetgever blijkt niet alle consequenties vooraf te hebben voorzien.  Al eerder schreef ik over iets wat de wetgever over het hoofd heeft gezien in "AAAH!, waar is mijn jaarruimte gebleven?". Deze week wees mijn altijd weer alerte collega Kees mij op een ander los eindje.

Een werknemer heeft een eindloonregeling. Voor zijn pensioenopbouw doen we daarbij net alsof hij zijn hele carrière het salaris ontving dat hij in zijn laatste jaar ontvangt. Verhoging van het salaris leidt dus tot extra pensioenopbouw over de reeds verstreken diensttijd. De zogenoemde backservice.

Deze werknemer verdient € 150.000. Zijn pensioenopbouw is vanaf 1 januari 2015 dus afgetopt op basis van een pensioengevend salaris van € 100.000. Zijn werkgever heeft een nettopensioenregeling afgesloten. Daaraan neemt onze werknemer deel door de maximale beschikbare premie te gebruiken voor een netto-ouderdomspensioen en een nettonabestaandenpensioen. De premie betaalt hij uit zijn netto inkomen, de aanspraken zijn vrijgesteld in Box 3.
De € 100.000 grens gaat jaarlijks omhoog met de loonindex. En dan doet zich een merkwaardig fenomeen voor dat de wetgever voor zover ik heb kunnen nagaan niet heeft onderkend. Stel dat de loonindex 2% is. Het maximum pensioengevend salaris gaat dan dus met ingang van 1 januari 2016 omhoog tot € 102.000. Op basis van de eindloonregeling geldt dat ook voor de verstreken diensttijd. Onze werknemer met een salaris van € 150.000 krijgt dus over het jaar 2015 een backservice aanspraak over € 2.000. Maar, hij had in 2015 ook al volledig gebruik gemaakt van de ruimte die de nettopensioenregeling hem biedt. Ook over die € 2.000 waarover hij in 2015 geen pensioen opbouwde, maar waarover hij in 2016 alsnog een backservice aanspraak krijgt in zijn bruto eindloonregeling. Dubbelop dus. Wat nu? De wet- en regelgeving voorziet hier (nog) niet in. Ik zie drie mogelijke reacties van de belastingdienst.

1.      1. De brutopensioenregeling wordt als onzuiver bestempeld.
2.  De nettopensioenregeling wordt als onzuiver bestempeld.
3.  De Box 3-vrijstelling voor de nettopensioenregeling vervalt voor het gedeelte waarvoor op grond van de backservice in de brutopensioenregeling een in Box 1 vrijgestelde aanspraak is verkregen.

De eerste twee opties lijken me niet houdbaar. Zowel de brutopensioenregeling als de nettopensioenregeling voldoen ook na 1 januari 2016 nog steeds aan de fiscale voorwaarden. De derde optie lijkt op de situatie waarin in het verleden verleende lijfrentepremieaftrek wordt teruggenomen indien het pensioentekort naderhand wordt gecompenseerd door middel van verbetering van de pensioenaanspraken. Lijfrentepremie is alleen maar aftrekbaar als sprake is van een pensioentekort. Met andere woorden als iemand een niet optimale pensioenvoorziening heeft in de tweede pijler. Via een lijfrente in de derde pijler kan hij dit pensioentekort dan aanvullen. Als echter naderhand de pensioenregeling in de tweede pijler – ook voor het verleden – zodanig wordt verbeterd dat optimaal gebruik wordt gemaakt van de fiscale ruimte in de tweede pijler, is er dus – naar achteraf blijkt – geen pensioentekort meer. De in het verleden afgetrokken lijfrentepremies waren dus helemaal niet nodig om een pensioentekort te compenseren. Het in eerste instantie bestaande tekort is binnen de pensioenregeling zelf alsnog gecompenseerd. Daarom wordt de in het verleden genoten lijfrentepremieaftrek ongedaan gemaakt. Daarbij moet het dan wel gaan om verbetering van de pensioenregeling waarop de individuele werknemer invloed heeft. Bijvoorbeeld door een vrijwillige bijstorting. Van oneigenlijk gebruik is geen sprake als het gaat om een pensioenverbetering in de collectieve sfeer. In dat geval wordt de in het verleden verleende lijfrentepremieaftrek niet teruggenomen. Deze benadering moet volgens mij hier ook gelden. De individuele werknemer heeft geen invloed op de verhoging van het maximale pensioengevende salaris. Hij kan de loonindex niet beïnvloeden en ook de wettelijke bepaling die voorschrijft dat het maximale pensioengevende salaris met deze index wordt verhoogd, valt buiten zijn invloedssfeer. Voor zover de belastingdienst al een parallel met het terugdraaien van de lijfrentepremieaftrek in verband met latere verbetering van de pensioenaanspraken wil trekken, zou die mijns inziens dus niet tot terugdraaien van de Box 3-vrijstelling moeten leiden. Elke andere oplossing leidt tot grote uitvoeringsproblemen. Elke jaarlijkse aanpassing van het maximum pensioengevend salaris op basis van de loonindex leidt tot Box 3-heffing over een (heel klein) stukje van de nettopensioenregeling met alle administratieve rompslomp van dien. Gesplitste administratie, gedeelte afkoop en ga zo maar door. Dat moeten we niet willen!

Het is echter wel een goede zaak als belastingdienst of het ministerie van Financiën hierover op korte termijn uitsluitsel geeft. Dan weten werkgevers, werknemers en pensioenuitvoerders waar ze aan toe zijn. 

080515