Shop till you drop

Leestijd: 3,5 minuten

De Wet toekomst pensioenen voorziet in het voorgestelde artikel 150l, lid 6 Pensioenwet in een eenmalig wettelijk keuzerecht voor gepensioneerden tussen een vaste of een variabele uitkering als hun pensioenfonds de ingegane pensioen invaart in een flexibele premieovereenkomst. Deze keuze moet het pensioenfonds binnen een jaar na de collectieve waardeoverdracht aan de gepensioneerden voorleggen. Als het pensioenfonds zelf alleen variabele uitkeringen aanbiedt, hebben gepensioneerden het recht over te stappen naar een pensioenuitvoerder die wel vaste uitkeringen aanbiedt. Shop till you drop, ook voor de 90-jarige verpleeghuisbewoner.

In antwoord op Kamervragen van Pieter Omtzigt geeft minister Schouten aan dat de keuze die geboden wordt binnen de flexibele premieregeling een individuele keuze is. Alleen de gepensioneerde zelf kan kiezen welke uitkeringsvorm hij wil als hij gebruik maakt van het shoprecht. Het huidige wettelijke kader biedt volgens de minister voldoende mogelijkheden om ervoor te zorgen dat ook gepensioneerden een weloverwogen keuze kunnen maken voor een vaste of variabele uitkeringsvorm.

Omtzigt vroeg of Schouten bezwaren ziet als pensioenfondsen met verzekeraars in gesprek gaan om ten behoeve van hun reeds gepensioneerde deelnemers, die de wens hebben om gebruik te maken van hun shoprecht, een oplossing te bieden zodat ze gezamenlijk als collectief over kunnen. Volgens de minister kan er door niemand anders dan de gepensioneerde worden besloten of hij een vaste of een variabele uitkering wil. Het pensioenfonds kan, in het kader van de keuze tussen een vaste en een variabele uitkering, dus niet besluiten dat een collectief gezamenlijk overgaat naar een verzekeraar.

Gepensioneerden die een vaste uitkering willen (en mijn gevoel zegt me dat dat de meerderheid is) en die bij een pensioenfonds zitten dat enkel een variabele uitkering aanbiedt in de flexibele premieovereenkomst, moeten dus de markt op om een aanbieder te selecteren waar zij hun ingegane pensioen kunnen onderbrengen dat voorziet in een vaste uitkering. Dat geldt ook voor de door Omtzigt ten tonele gevoerde 90-jarige verpleeghuisbewoner. En dat is een hele uitdaging! Niet alleen omdat op dit moment verzekeraars in de markt geen uitkeringen aanbieden die ingaan op 80- of 90-jarige leeftijd, maar ook omdat de gemiddelde deelnemer het in zijn algemeenheid al moeilijk vindt om een verantwoorde keuze te maken. En dat geldt waarschijnlijk eens te meer voor de 90-jarige verpleeghuisbewoner. Overigens kunnen verzekeraars verzekeringstechnisch dergelijke uitkeringen prima ontwikkelen en zullen ze deze aanbieden als daar voldoende vraag naar is.


De minister stelt heel terecht dat zij geen aanleiding ziet om een 90-jarige verpleeghuisbewoner minder rechten te geven dan een 75-jarige of een net gepensioneerde. Daar ben ik het geheel mee eens, maar dat wil niet zeggen dat we deze groep moet verplichten individueel de markt op te gaan, met alle keuzestress van dien. Shop till you drop lijkt me in deze gevallen niet de meest ideale keuze.

Schouten wijst erop dat het voor de deelnemer of gepensioneerde geen verplichting is om een keuze te maken. Als hij geen keuze maakt, geldt de door sociale partners vastgestelde standaardoptie. Ik sluit niet uit (en dan druk ik me voorzichtig uit) dat er een flink aantal gepensioneerden is dat geen keus wil of kan maken. Die komen, als de standaardoptie variabel is (en ook dat zal gezien de strekking van het nieuwe stelsel naar mijn verwachting voor de meeste regelingen zo zijn) dus onbewust of ongewild uit in een variabele uitkering, terwijl vast wellicht hun voorkeur is. Wat dat betreft verdient het initiatief van Omtzigt lof en waardering.

Ik zie echter een betere oplossing voor dit probleem dan de suggestie van Omtzigt om pensioenfondsen de gepensioneerden de mogelijkheid te laten bieden om collectief over te gaan. In mijn oplossing sluit het pensioenfonds dat geen vaste uitkeringen wil aanbieden een verzekering af bij een verzekeraar voor een vaste uitkering voor de gepensioneerden die niet expliciet en weloverwogen kiezen voor een variabele uitkering. De verzekeraar keert de vaste uitkering in één totaal bedrag uit aan het pensioenfonds en het pensioenfonds verdeelt dit over de gepensioneerden en keert het periodiek op de gebruikelijke wijze uit.

Geen keuzestress bij de gepensioneerden, geen shop till you drop risico en een voor alle partijen uitvoerbare oplossing. Ik zie niet waarom een verzekeraar deze oplossing niet zou kunnen bieden. En hij past volledig binnen de kaders van de Wet toekomst pensioenen. Het pensioenfonds biedt beide mogelijkheden aan en hoeft dus geen shoprecht te bieden aan gepensioneerden.

01032023