Teleurgestelde verwachting van consument is onvoldoende om te concluderen dat verzekeraar handelde i.s.m. zijn zorgplicht.

leestijd: 5 minuten

Datum: 6 augustus 2021

Verzekeraar gaat niet in op verzoek van klant om verstrekte offerte voor uitstel pensioen aan te passen naar een niet door de verzekeraar gevoerde productvorm. Op basis van de contractsvrijheid van de verzekeraar mag dit. Geen misbruik van bevoegdheid of marktpositie.

Verlengingsvoorstel
X heeft een kapitaalverzekering met pensioenclausule bij een verzekeraar met als einddatum de maand waarin X de 65-jarige leeftijd bereikt. X wil zijn pensioen een jaar uitstellen en vraagt de verzekeraar om een offerte. De verzekeraar biedt een nieuwe verzekering aan onder nieuwe condities. Op basis van dit voorstel keert de verzekering bij overlijden van X voor de nieuwe pensioendatum van 66 jaar 90% van het verzekerde kapitaal uit voor de aankoop van een nabestaandenpensioen.

X kan zich niet vinden in dit voorstel en vraagt de verzekeraar een offerte uit te brengen met een 100% uitkering aan de partner en een winstdeling. Tevens vindt hij de kosten te hoog. Volgens hem bieden andere verzekeraars betere producten aan.
De verzekeraar is bereid de kosten te verlagen maar wil het voorstel verder niet wijzigen. Hij kent één product voor uitstel van de pensioendatum en is volgens hem niet verplicht om X een alternatief te bieden. X gaat niet op het voorstel van de verzekeraar in en stapt naar de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening van het Kifid.

Misbruik van bevoegdheid of marktpositie?
X vordert dat de verzekeraar een nieuwe offerte maakt, rekening houdend met 100% restitutie bij overlijden van X vóór de pensioendatum en met winstdeling. Volgens hem mag hij van de verzekeraar verlangen dat hij meerdere opties heeft voor het uitstellen van de pensioendatum. Hij geeft daarbij aan dat de verzekeraar geen rendement biedt in de uitstelperiode terwijl andere verzekeraars dat wel doen.

Volgens X maakt de verzekeraar oneigenlijk gebruik van zijn positie, omdat het een feit van algemene bekendheid is dat andere verzekeraars weliswaar andere producten voeren, maar niet snel bereid zijn om die aan anderen dan de eigen cliënten aan te bieden. Overstappen naar een andere aanbieder is niet goed mogelijk gebleken, tenzij X het kapitaal gebruikt voor een direct ingaand pensioen. Maar dat wilde X nu juist niet. Hij wil uitstellen.

De verzekeraar brengt daar tegen in dat hij niet verplicht is om aan de wens van X te voldoen. Het al dan niet aanbieden van bepaalde producten behoort tot het vrije maatschappijbeleid. Na de expiratiedatum van de verzekering ontstaat volgens hem een nieuwe situatie waarvoor hij een bepaald product aanbiedt. Dat het X niet lukte om elders een betere offerte te krijgen, is volgens de verzekeraar geen omstandigheid die binnen zijn risicosfeer valt. Hetzelfde geldt voor het gegeven dat een direct ingaand pensioen op de pensioendatum fiscaal ongunstig uitvalt voor X.

Geschillencommissie wijst vordering af
De Geschillencommissie stelt vast dat de vraag is of de verzekeraar verplicht is meerdere producten aan te bieden aan X in verband met zijn wens tot uitstel van de pensioendatum. Daarbij is volgens de commissie van belang dat het Reglement Geschillencommissie Kifid (2017) bepaalt dat de commissie geen klachten behandelt die zien op de weigering van een financiële dienstverlener om een rechtsverhouding aan te gaan of om de dienstverlening uit te breiden. Met één uitzondering: een klacht is wel behandelbaar als deze inhoudt dat de financiële dienstverlener misbruik maakt van de hem toekomende contracteer- en beleidsvrijheid of bij zijn weigering in strijd met de wet handelde.

De commissie geeft aan dat de bepaling in het Reglement te maken heeft met de contractsvrijheid van de verzekeraar. Het staat een verzekeraar volgens de commissie in beginsel vrij om te bepalen of hij een overeenkomst sluit en als hij dat doet, onder welke voorwaarden hij dan die overeenkomst sluit. De commissie constateert dat niet is gebleken dat er een contractuele verplichting is voor de verzekeraar om meerdere producten aan X aan te bieden.
De wens van X om zijn pensioen niet te laten ingaan op de vooraf overeengekomen datum leidt dan ook niet tot een verplichting van de verzekeraar om een nieuwe contractuele relatie aan te gaan. De commissie volgt de verzekeraar in zijn standpunt dat de wens tot uitstel geen omstandigheid is die voor rekening en risico van de verzekeraar dient te komen. Het is volgens de commissie immers de vrije keuze van X om zijn pensioen uit te stellen.

Ook het argument van X dat het hem niet lukte om bij een andere verzekeraar een beter aanbod te krijgen, snijdt volgens de commissie geen hout. Dit gegeven betekent op zichzelf niet dat de verzekeraar misbruik maakt van zijn bevoegdheid of marktpositie door X geen product aan te bieden dat wel aan de wensen van X voldoet. De commissie ziet geen dwingende redenen die een beperking van de contractsvrijheid rechtvaardigt. De verzekeraar bood X overigens wel degelijk de mogelijkheid tot uitstel van zijn pensioen, maar X wilde dit niet. De commissie concludeert dat dit weliswaar een teleurgestelde verwachting van X tot gevolg had, maar daarmee handelde de verzekeraar niet in strijd met zijn zorgplicht jegens X.

De vordering van X is volgens de commissie dan ook ongegrond en de commissie wijst deze af.

Commentaar
Contractsvrijheid tussen partijen is een groot goed. In zijn algemeenheid beperkt alleen strijd met de wet, de goede zeden of de openbare orde de mogelijkheid voor partijen een contract te sluiten of in stand te houden (artikel 3:40 BW). Voor verzekeraars spitst het reglement van de Geschillencommissie dit toe op misbruik van bevoegdheid of marktpositie, of strijd met de wet. Daarvan was in dit geval geen sprake. Een belangrijke constatering van de commissie in een tijdperk dat steeds meer aanbieders besluiten bepaalde producten zoals direct ingaande pensioenen of lijfrenten en overlijdensrisicoverzekeringen niet meer aan te bieden.

Auteur: Herman Kappelle

Bron: Geschillencommissie Financiële Dienstverlening 28 juli 2021, nr. 2021-0688

Dit bericht is opgesteld naar de stand van zaken op 6 augustus 2021

Samenvatting: Verzekeraar gaat niet in op verzoek van klant om verstrekte offerte voor uitstel pensioen aan te passen naar een niet door de verzekeraar gevoerde productvorm. Op basis van de contractsvrijheid van de verzekeraar mag dit. Geen misbruik van bevoegdheid of marktpositie.